De videogame director van Homefront: The Revolution Hasit Zala heeft een boodschap in de eindcredits van de game nagelaten, op zich niet raar. Maar deze boodschap is toch ongewoon.
In deze boodschap kan je lezen dat de ontwikkeling van de game niet van een leien dakje liep. Dat is nogal een understatement: tijdens de vier jaar dat de game in ontwikkeling was is het namelijk drie keer van ontwikkelaar veranderd. Oorspronkelijk was het in ontwikkeling bij Kaos Studios maar in juli van 2011 werd de studio door THQ gesloten. De ontwikkeling van de game werd overgedragen naar Crytek UK nadat enkele maanden later (december 2011) ook THQ zelf de deuren sloot. Die overdracht was pas in januari van 2013 rond, dus heel die tijd lag de ontwikkeling van de game stil. Even leek alles goed te gaan, maar in 2014 kreeg ook Crytek UK met financiële problemen te kampen. Het verkocht Homefront naar Koch Media, het moederbedrijf van Deep Silver die de game vorige week op de markt bracht.
Dus om te schrijven dat de ontwikkeling van Homefront: The Revolution een ‘hobbelig parcours’ was is niet gelogen. Toch is het raar om dit aan de gamers mee te delen. Meestal word, als de ontwikkelaars niet tevreden zijn, subtiele steken naar de uitgevers in de game verweven. Dit kan een boodschap op een poster zijn dat ergens in de game hangt of een zinnetje dat een personage zegt. Maar zo’n boodschap als hier is ongebruikelijk.
Ik persoonlijk vind dit een mooi gebaar naar van Zala. Hij laat iedereen heel duidelijk weten waarom fans zo lang op de game hebben moeten wachten en hij laat zijn dankbaarheid naar het hele team achter de game zien.
Anderen zullen dit misschien als een flauw excuus zien voor de staat van de game. Dit omdat de scores van de game niet bepaald positief zijn (55 op metacritic op het moment van schrijven). Die score is te danken aan een overweldigende aanwezigheid van bugs en een repetitieve campaign.